Wat zegt het regeerakkoord over fiscale fraudebestrijding?

Bij het schrijven van het regeerakkoord van de regering De Croo I werd overeengekomen dat de strijd tegen fraude opnieuw veel geld zal moeten opbrengen.  Op zich niets nieuws onder de zon.  Elke nieuwe regering doet dit.  Maar gaat de regering haar prognoses ook kunnen hardmaken, en zoja, hoe?

Net als de vorige regeringen van het afgelopen decennium legt de regering De Croo I haar schaapjes te week bij de opbrengsten van de fiscale regularisatie.  De stille droom van elke minister van Financiën is om de recordopbrengt van 2013, toen er op 1 jaar tijd 5 miljard euro werd opgehaald via het Contactpunt voor Regularisaties (CPR), te evenaren.  Maar stonden de internationale parameters toen niet veel gunstiger?  En is er wel nog zoveel zwart geld dat moet worden geregulariseerd?

Op het eerste gezicht lijkt de ambitie van de nieuwe regering dan ook wat te hoog.  Maar is dat wel zo?

Wie het regeerakkoord grondig leest, stelt vast dat de regering niet zomaar opnieuw inzet op de fiscale regularisatie, maar merkt dat er wel degelijk een doordacht plan achter steekt.  Alle parameters wijzen er immers op dat de regering, nadat ze – via de fiscale regularisatieprocedure van het CPR – massaal heeft ingezet op de repatriëring van in het buitenland buiten het zicht van de fiscus aangehouden vermogen, nu de strijd heeft ingezet op het zwart geld in België zelf.

Het is een publiek geheim dat het al lang een doorn in het oog van de fiscus is dat het succes van de fiscale regularisatie hoofdzakelijk beperkt is tot buitenlands vermogen.  Dit vermogen is immers de laatste jaren zeer transparant geworden, onder meer door de Common Reporting Standards die landen internationaal verplichten om jaarlijks en automatisch gegevens uit te wisselen over niet-onderdanen die bij hen vermogen aanhouden.  Op deze wijze ontvangt de fiscus sedert enkele jaren zeer kostbare informatie over alle Belgen die in pakweg Luxemburg of Zwitserland rekeningen aanhouden.  Het is deze transparantie die tal van Belgen ertoe heeft aangezet om hun buitenlands vermogen te regulariseren.  Immers: wie niets ondernam, werd een ‘sitting duck’.

Dit is tot op vandaag niet zo voor Belgen die hun zwart geld steeds in België hebben aangehouden, en ook niet voor Belgen die er onder de oude wet in zijn geslaagd om enkel hun opbrengsten van de fiscaal niet verjaarde jaren in te klaren, en het kapitaal zelf zonder betaling van een boete of belastingverhoging naar België hebben gerepatrieerd.

Welnu, het zijn deze Belgen die zenuwachtig mogen beginnen worden, want ook hun vermogen dreigt transparanter te worden.

Zo voorziet het regeerakkoord vooreerst in een bevoegdheidsuitbreiding voor het Centraal Aanspreekpunt (CAP) dat vandaag reeds de bankrekeningnummers van alle Belgen verzamelt.  Binnenkort zullen de Belgische banken het CAP naast de rekeningnummers ook jaarlijks het saldo per rekening moeten meedelen.  De fiscus kan deze informatie opvragen wanneer er een vermoeden van fraude is, maar ook – en ook dat is nieuw – in het kader van zogenaamde data mining (te weten: digitaal onderzoek om afwijkend gedrag op te sporen op basis van algoritmen).  Anders gezegd: Belgen die hun vermogen in België aanhouden, maar die geen duidelijke verklaring kunnen voorleggen over de herkomst van hun kapitaal dreigen op deze manier eveneens in het vizier van de fiscus en zelfs het parket te komen.

Conclusie

Belgen met vermogen in eigen land, waarvan de herkomst niet aantoonbaar is, doen er maar beter aan om het voornemen van de regering ernstig te nemen.  Wenst u meer informatie of overleg over dit onderwerp of over fiscale regularisatie?  Contacteer ons dan.

Lees ook het interview met Mr. Stijn De Meulenaer in De Standaard van 16 oktober 2020.

Lees ook:

Fiscale regularisatie 2020

Brief CRS ontvangen? Regulariseren is de boodschap!